is een dienst van Gita Kennisbronnen

is een dienst van Gita Kennisbronnen

Wat te doen bij fraude: wetboek van strafrecht

Wat te doen bij fraude: wetboek van strafrecht

Wat staat er in het wetboek van strafrecht over fraude?

Fraude is een begrip dat verschillende strafbare feiten kan omvatten. Soms is het diefstal, soms is het verduistering. Het kan gepaard gaan met valsheid in geschrifte.

Wetboek van Strafrecht

“Fraude” is een verzamelnaam. Het woord fraude stamt uit het Grieks en betekent letterlijk bedrog. In Van Dale wordt onder fraude verstaan: “valsheid, bedrog (in administratie, geldelijk beheer en m.b.t. de samenstelling van waren)”. Fraude bij een vereniging betekent dat opzettelijk en onrechtmatig geld en/of goederen zijn onttrokken aan de vereniging.

Het Wetboek van Strafrecht kent het begrip fraude niet. De wettelijke termen zijn:

  • Diefstal;
  • Verduistering;
  • Valsheid in geschrifte;
  • Oplichting;
  • Bedrog bij jaarstukken.

Fraude is dus een verzamelnaam voor allerlei delicten waarin bedrog een rol speelt. Bij fraude is altijd opzet in het spel. Je kunt het strafrecht inzetten bij fraude, maar je kunt ook het civiele recht gebruiken.

Verduistering

In het geval van fraude bij een vereniging is meestal sprake van verduistering. Verduistering is een misdrijf. Artikel 321 van het Wetboek van Strafrecht zegt: “Hij die opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toe-eigent, wordt, als schuldig aan verduistering, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.”

Denk hierbij aan het voorbeeld van een penningmeester. Deze heeft het geld van de vereniging al “onder zich”; als hij zich dat geld toe-eigent, is er sprake van verduistering.

Diefstal

Als bijvoorbeeld de voorzitter geld uit de kas van de penningmeester neemt, is dat geen verduistering (want de penningmeester had de kas, niet de voorzitter), maar diefstal. Diefstal is in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht als volgt omschreven: “Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

De maximale gevangenisstraf bij diefstal is dus hoger dan bij verduistering. Maar bij verduistering is de maximale geldboete hoger dan bij diefstal: voor diefstal kan een geldboete van de vierde categorie worden opgelegd en voor verduistering een geldboete van de vijfde categorie.

Straffen

De maximale straffen voor verduistering en diefstal worden zelden opgelegd. Veelal wordt volstaan met een werkstraf. Zo werd een ex-penningmeester van een PvdA-afdeling in Amsterdam veroordeeld tot een werkstraf van 150 uur voor het verduisteren van ruim € 20.000
De penningmeester van een shantykoor in Westerbroek kreeg wegens verduistering van ruim € 16.000 een werkstraf van 200 uur opgelegd.

Valsheid in geschrifte

Valsheid in geschrifte wordt strenger bestraft: de maximale gevangenisstraf is zes jaar en de maximale geldboete € 76.000. Artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht zegt: “Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt als schuldig aan valsheid in geschrift gestraft, met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.”

Een voorbeeld van valsheid in geschrifte is als een penningmeester een factuur of ander document vervalst. Een eenvoudige “greep in de kas” (verduistering) beschouwt de wetgever dus als iets minder ernstig dan geknoei met facturen. De fraudeur doet bij valsheid in geschrifte meer moeite dan bij verduistering en wordt daarvoor bij ontdekking ‘beloond’ met een zwaardere straf.

Bedrog

Valsheid in geschrifte en verduistering komen meestal van ‘binnen uit’ de organisatie. Diefstal komt vaak van ‘buiten uit’, evenals bedrog. Een bedrieger maakt gebruik van bijvoorbeeld een valse naam, een valse hoedanigheid of van ‘listige kunstgrepen’ (artikel 326 Wetboek van Strafrecht). De maximale straf is vier jaar of een boete van de vijfde categorie.

Denk als voorbeeld aan het verzenden van brieven door aanbieders van advertentieruimte, waarbij de brief lijkt op een factuur en daardoor de penningmeester aanzet tot betalen. Niet alleen ondernemers ontvangen valse facturen, ook verenigingen worden geconfronteerd met deze vorm van oplichting.

Bedrog bij jaarstukken

Van bedrog bij jaarstukken is sprake als een penningmeester of een bestuur een financieel verslag opstelt en openbaar maakt waarin opzettelijk foutieve informatie is opgenomen. Artikel 337 van het Wetboek van Strafrecht bepaalt hiervoor een gevangenisstraf van maximaal zes jaar of een boete van de vijfde categorie.

    Lees meer over Financiën

    e-boekhouden.nl

    is een dienst van Gita Kennisbronnen

    0
      Je winkelwagen
      Je winkelwagen is leegTerug